zondag 17 november 2013

Grootte en meting

Grootte en meting

De hoogte van een paard wordt stokmaat genoemd en wordt traditioneel gemeten bij de schoft, het punt waar de nek en de rug samenkomen. In de Angelsaksische landen wordt de hoogte van een paard gemeten in hands en inches: één hand is gelijk aan vier inches (101,6 mm). De hoogte wordt dan aangeduid als het aantal hands, gevolgd door een punt, dan het aantal inches, en ten slotte de letter "h" (van hands). In Nederland en België worden gewoon meters gebruikt. Bij een schofthoogte tot 1,47 m spreekt men van een pony, bij een schofthoogte van 1,47 m tot 1,57 m spreekt men van een klein paard (ook wel E-pony, of 'damespaard' genoemd) en bij een schofthoogte van 1,57 m en hoger spreekt men van een paard.
De schofthoogte van volwassen paarden varieert per ras, maar wordt ook beïnvloed door voeding: de falabella (een miniatuurpaard) wordt slechts zo'n 60 cm hoog, terwijl andere rassen wel twee meter kunnen halen. Lichte rijpaarden variëren in hoogte van 142 tot 163 cm, en wegen daarbij zo'n 380 tot 550 kilogram. Grotere rijpaarden beginnen vanaf ongeveer 157 cm, en worden tot 173 cm groot. Ze hebben daarbij een gewicht van 500 tot 600 kg. Zware of koudbloedras paarden zijn doorgaans ten minste 163 tot 183 cm hoog, waarbij ze 700 tot 1000 kg wegen.
Het grootste paardenras is de shire. Het grootst bekende paard was een 19e-eeuwse shire-ruin genaamd Mammoth, die werd geboren in 1846 en eerst Sampson werd genoemd. De schofthoogte was in 1850 ruim 219 cm, bij een gewicht van 1524 kilogram. De huidige recordhouder voor 's werelds kleinste paard is Thumbelina, een volwassen miniatuurpaard dat lijdt aan dwerggroei. Het is 43 cm hoog en weegt 26 kg.

vrijdag 15 november 2013

paardenknoop

Paardenknoop

Paardenknoop
Paardenknoop

1 Oog maken over het verbindende deel

2 Lus van resttouw door oog steken
Een paardenknoop is een veiligheidsknoop die met één ruk los te maken is.
In de paardensport wordt deze knoop vaak gebruikt bij het vastzetten
van een paard met halster door middel van een halstertouw. Als een paard in paniek
gaat 'hangen' aan het touw, is de knoop snel los te maken, zodat het paard zich niet verwondt.

Paardenknoop variant[bewerken]

halster van een paard

hier uitleg over het halster van een paard:

Halster (paard)

Een leren halster
Paard met halster
Een halster is een hulpmiddel om paarden aan de hand mee te leiden en om paarden tijdens de verzorging mee vast te zetten. Een halster kan uit diverse materialen bestaan zoals leer, touw of nylon. Halsters kunnen ook gebruikt worden voor andere huisdieren zoals koeien, schapen en ezels.
Het halster moet niet verward worden met een hoofdstel. Een halster heeft geen bit (mondstuk), terwijl een hoofdstel dit meestal wel heeft, waardoor het halster niet gebruikt wordt bij het berijden van paarden.
Het is een uitvinding uit de middeleeuwen die een enkel touw (meestal om de hals gebonden) verving voor een tuig dat om het hoofd van een paard past.
Vroeger werden halsters meestal geknoopt en bestond het gehele halser uit één materiaal zoals touw. Tegenwoordig bestaan halsters uit delen die aan elkaar gekoppeld zijn door metalen ringen.
Een halster heeft onderaan een ring waaraan een halstertouw, -riem of -ketting vastgemaakt kan worden. Bij het vastzetten van het paard met een touw wordt een specialepaardenknoop gebruikt die door de groom in geval van paniek bij het paard met één ruk losgemaakt kan worden. Er wordt tegenwoordig ook gebruikgemaakt van een metalen 'panieksluiting', die makkelijk opengemaakt kan worden ook wanneer de ketting of het touw onder spanning staat.

In het algemeen wordt aangeraden paarden die in een weiland lopen van hun halster te ontdoen zodat zij niet de kans lopen ergens aan vast te blijven haken.Het is van belang van het begin af aan een voldoende stevig halster te gebruiken, zodat het paard niet aanleert zichzelf met een krachtige ruk te bevrijden.

In de aan populariteit toenemende paardensport is het halster ook aan modeverschijnselen onderhevig waardoor een keur aan diverse soorten halsters ontstaan is. Er zijn sinds de tweede helft van de 20ste eeuw stalhalsters en showhalsters in vele kleuren en materialen verkrijgbaar. Omdat ze onmisbaar zijn bij het presenteren van paarden wil men dat ze er goed verzorgd uitzien.

over de hoefslag

hier over de hoefslag:

Hoefslag (paardrijden)

Een amazone in een 'buitenbak'
De hoefslag is een term die wordt gebruikt bij de dressuur van het paardrijden. Hiermee wordt een baan in de bak bedoeld. De hoefslag is 20 x 40 m of 20 x 60 m groot. Er wordt vaak met een paard over de buitenhoefslag gereden. Deze is door het vele rijden ook daadwerkelijk in het zand te zien. Er is ook een binnenhoefslag, 5 meter meer naar het midden van de bak. Het is moeilijker om bij het paardrijden hierop te rijden, omdat deze niet duidelijk is aangegeven.
De hoefslag gaat nooit helemaal door de hoeken. Het is meestal wel de bedoeling dat er door de hoeken gereden wordt, zodat het paard door de ruiter recht gezet kan worden voor een volgend figuur, etc.
Op de hoefslag bevinden zich letters. Daarop kan men figuren rijden. Enkele figuren zijn:
  • grote volte, cirkel met doorsnede van 20 meter.
  • kleine volte, cirkel met doorsnede van 10 meter.
  • gebroken lijn, halve voltes verbonden door rechte lijnen.
  • slangenvolte,
  • van hand veranderen,
  • afwenden,
  • grote acht, twee correcte voltes van gelijke afmeting in het midden van de acht bij elkaar komend.
  • kleine acht, twee correcte kleine voltes van gelijke afmeting in het midden van de acht bij elkaar komend.
  • halve volte,
  • wijken.
Hele hoefslag
De gehele hoefslag rijden is de eenvoudigste hoefslagfiguur.Dressurviereck - Ganze Bahn quer.svg
Halve hoefslag
Bij de halve hoefslag wordt bij markering B of E door het midden gereden, in de hoek afgewend en rechtuit naar de andere kant. De "hand" wordt hierbij niet gewisseld. (Linkse hand betekent bijvoorbeeld, dat linksom gereden wordt, waarbij links de binnenkant is. Rechterhand vergelijkbaar.)Dressurviereck - Halbe Bahn quer.svg
Schuin door de hele hoefslag (Op de diagonaal van hand veranderen).
Bij deze figuur rijdt de ruiter dwars door de hele bak.Dressurviereck - Durch die ganze Bahn wechseln quer.svg
Halve hoefslag wisselen (Op de diagonaal van hand veranderen).
Deze figuur is vergelijkbaar met de vorige, waarbij de halve bak schuin door gereden wordt.Dressurviereck - Durch die halbe Bahn wechseln quer.svg
In de lengte van de bak wisselen
Hierbij wordt van boven naar beneden parallel aan de beide, lange buitenzijden gereden.Dressurviereck - Durch die Länge der Bahn wechseln quer.svg
In de lengte van de bak gereden
Hierbij wordt van beneden naar beneden parallel aan de beide, lange buitenzijden gereden. De "hand" wordt hierbij niet gewisseld.Dressurviereck - Durch die Länge der Bahn geritten quer.svg
Uit de hoek gekeerd/Uit het midden gekeerd (Rechtsomkeert en linksomkeert)
Op de linker "hand" bij K of M, en op de rechter "hand" bij H of F. In de hoek wordt een (krappe) drie vierde volte van 6-10 meter doorsnee gereden, waarna met rechtgezette paard in schuine hoek naar de hoefslag terug gereden wordt.Dressurviereck - Aus der Ecke kehrt quer.svg
In de hoek gekeerd
Men rijdt van E of B van de hoefslag af, om voor korte tijd een volte te rijden en om vervolgens weer naar de langezijde toe te rijden.
Cirkel (volte)
De normale cirkel van 20 m doorsnee, bij een bak van 20 x 40 m in beide bakhelften één, raakt aan drie punten de hoefslag. Het vierde punt ligt op de middellijn in het midden van de bak.Dressurviereck - Der Zirkel quer.svg
Op de cirkel wisselen (grote acht)
Hierbij wordt op een cirkel gereden met in het midden van de opencirkelzijde een wisseling van de "hand" en vervolgens wordt hiermee ook een cirkel gereden.Dressurviereck - Aus den Zirkel wechseln quer.svg
Door de cirkel wisselen
De ruiter bevindt zich op een cirkel. Hij wendt op het cirkelpunt van de opencirkelzijde in een halve volte af, rijdt over het middelpunt van de cirkels naar de korte zijde, wisselt over het middelpunt van "hand" en rijdt in een volgende halve volte op de nieuwe "hand" naar het andere cirkelpunt; de ruiter beschrijft zo een S-vormige lijn binnen de cirkels, die loopt van een cirkelpunt volgens een halve volte naar het middelpunt en met een volgende halve volte op de nieuwe "hand" naar het andere cirkelpunt.Dressurviereck - Durch den Zirkel wechseln quer.svg
Slangenlijn langs de lange zijde, een/twee bochten
Bij de eenvoudige slangenlijn wendt de ruiter na het doorrijden van de hoek naar de lange zijde, vanaf het wisselpunt naar binnen, rijdt in de baan een bocht, bereikt in het midden een afstand van 5 m vanaf de hoefslag, keert daarna in een flauwe bocht voor de volgende hoek van het wisselpunt weer op de hoefslag terug.Dressurviereck - Einfache Schlangenlinie quer.svg
Slangenlijn door de gehele bak, drie/vier/vijf/zes/zeven bochten (slangenvolte)
Bij dit figuur loopt het paard wisselend tussen de lange zijden heen en weer. De figuur begint bij de korte zijde, de ruiter rijdt door de hoek en wendt dan parallel aan de korte zijde en rijdt in een rechthoek naar de tegenoverliggende zijde. Bij de middellijn wordt de "hand" gewisseld.Dressurviereck - Dreifache Schlangenlinie quer.svg

Voorbeeld van een proef[bewerken]

  • 1 A-X Binnenkomen in middenstap
    • X Halthouden en groeten.
    • Voorwaarts in middenstap
  • 2 G Arbeidsdraf
  • 3 C Rechterhand, hoefslag volgen
  • 4 K-X-M Van hand veranderen in arbeidsdraf
  • 5 C Arbeidsgalop links aangalopperen
  • 6 C-X-C Cirkel
  • 7 C Arbeidsdraf
  • 8 C-X-A Uit de cirkel van hand veranderen
  • 9 A Arbeidsgalop rechts aangalopperen
    • Hoefslag volgen
  • 10 C Arbeidsdraf
  • 11 M Middenstap
  • 12 B Rechts afwenden
    • X Rechts afwenden
    • G Halthouden en groeten
  • In middenstap met lange teugel de rijbaan verlaten

hier een lijst met ongeveer alle paardenrassen :Dhttp://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_paardenrassen hier vindt je het!! :D

A[bewerken]

Arabier (volbloed)
Anglo-Arabier (volbloed)
Ardenner (koudbloed)

B[bewerken]

Belgisch trekpaard (koudbloed)
Brumbies (verwilderde paarden in Australië)

C[bewerken]

D[bewerken]

Dartmoormerrie en -veulen

E[bewerken]

F[bewerken]

G[bewerken]

H[bewerken]

I[bewerken]

IJslander (gangenpaard)
Kladruber (koetspaard)
Konik (oertype)

J[bewerken]

K[bewerken]

L[bewerken]

Lipizzaners; merrie met veulen

M[bewerken]

Mangalarga marchador (Brazilië)

N[bewerken]

New Forest (pony)

O[bewerken]

Oost-Fries (landbouwpaard, koetspaard)
Percheron (trekpaard)
Przewalskipaard, (wildpaard)

P[bewerken]

Q[bewerken]

R[bewerken]

S[bewerken]

Selle Français (modern rijpaard)
Shetlander (pony)

T[bewerken]

Tinker, merrie met veulen

V[bewerken]

Engelse volbloed
Westfaal (warmbloed; modern sportpaard)

W[bewerken]

Z[bewerken]